- Pro4u
- James Ensorplein 4
- 8550 Zwevegem
- Tel: 056/32.32.01
- info@publi4u.be
- BTW BE 0861.345.845
Elke sport heeft zijn eigen specifiek jargon. Dit is niet anders voor de zeilsport! Hieronder vinden jullie de meest voorkomende zeiltermen terug die u reeds kunnen voorbereiden voor onze boeiende zeilcursussen!
Bakboord | Links |
Stuurboord | Rechts |
Loefzijde | Kant waar de wind vandaan komt |
Loefgierig | Boot wil naar de wind toe draaien |
Leizijde | Kant van zilboot waar de wind naartoe gaat |
Lifeline | Lijn waar bemanning mee vastzit |
Looplijn | Lijn over het dek waar de lifeline aan vast zit |
Schoot | Lijn waarmee de stand van de zeilen bepaald wordt |
Hogerwal | De oever van het vaarwater waar de wind vandaan komt |
Lagerwal | De kant van het vaarwater waar de wind naartoe waait |
Hoge zijde | Kant van de zeilboot waar de wind vandaan komt (= loefzijde) |
Lage zijde | Kant van de zeilboot waar de wind naartoe waait (= leizijde) |
Overstag gaan | Dit krijg je wanneer je met de boot helemaal oploeft tot scherp aan de wind en daarna snel nog verder oploeft en met de punt van de boot door de wind draait. |
Deinzen | Wanneer de boot lang genoeg met de punt in de wind ligt, gaat de boot vanzelf achteruit drijven. |
Killen van de zeilen | Zeilen moeten bol staan. Killen is het bewegen van het voorlijk van het zeil doordat er wind aan de achterkant van het zeil binnenkomt. |
Voorlijk | Voorkant van een zeil waar de wind het eerste komt |
Zeereling | Metalen draden rond de boot over het dek |
Nu open